Toolbox Dorpse Architectuur in magazine Lokaal van VVSG

"Het zijn de kleine dingen die het doen"

Appartementen zijn niet de enige oplossing voor de opgave van dorpen om meer mensen te laten wonen op minder plaats. Edith Wouters van AR-TUR ging op vraag van VVSG voor magazine Lokaal in gesprek met burgemeester van Oostmalle Sanne Van Looy en omgevingsambtenaar van Olen Inne Pijpers over kwaliteitsvolle dorpse architectuur.

In het februari-nummer van Lokaal van VVSG, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, lees je het interview met Edith, Sanne en Inne over de zoektocht naar goede dorpse architectuur. Zowel gemeente Malle als gemeente Olen zetten de Toolbox Dorpse Architectuur in als handboek om in gesprek te gaan over kwaliteit en stappen stilaan af van strikte bouwvoorschriften. Kwaliteit is immers niet te vatten in voorschriften maar moet altijd bekeken worden vanuit de omgeving.


“Elk dorp is verschillend. Daarom is het van groot belang om naar de bestaande context te kijken en af te vragen wat het nieuwe project kan bijdragen aan het dorp als plek en aan de dorpsbewoners. Daar, tussen het private en het publieke domein, liggen er nog veel kansen om de ruimtelijke kwaliteit te verhogen.”
- Edith Wouters


Zo daagt de gemeente Olen ontwikkelaars uit om voor elke verdichting iets terug te geven aan het dorp. Op die manier wordt de kwaliteit van de ontwerpen beter en bieden ze een meerwaarde voor de omgeving. De toolbox bevat een rijke verzameling aan inspiratie voor een dorpse manier van bouwen die niet alleen de dienst omgeving van Malle en Olen inspireert, maar ook de ontwikkelaars, bouwheren en architecten.

Het volledige interview lees je in het - zowel online als gedrukte - magazine Lokaal, of via deze link. © Lokaal van VVSG, Marlies Van Bouwel (redactie), Stefan Dewickere (fotografie)


De Toolbox Dorpse Architectuur is een initiatief van AR-TUR in samenwerking met Ward Verbakel (KU Leuven / Plusoffice architects) en Public Space, met ondersteuning van de Vlaamse Overheid, gemeente Malle, gemeente Olen, cofinanciering uit Platteland Plus (bestaande uit middelen van Vlaanderen en Provincie Antwerpen) en de partners van AR-TUR.