Verslag panelgesprek | Dansen in kerken en andere gebruiken
Op dinsdag 7 mei ging Edith Wouters (AR-TUR) in gesprek met Nicolas-Alexander Goosens (stafmedewerker bij Bisdom Antwerpen), Dimitri Minten (zaakvoerder van RE-ST architecten), Hanne Van Gils (projectleider bij Endeavour) en Roel De Ridder (coördinator van het Platfom Toekomst Parochiekerken).
De aanleiding van dit gesprek was de reeks dansvoorstellingen Adagiae van Koen De Preter, die in de loop van mei te zien was in 5 kerken in de Kempen. De vraag die we middels dit panelgesprek verkennen is hoe ver dat andere gebruik kan gaan. Wat zijn strategieën voor een verbreed gebruik van het kerkgebouw? En wat zijn inspirerende voorbeelden?
Op zoek naar een waardig breder gebruik
De voorstellingen waarvan sprake zijn telkens een eenmalig gebeuren in elk van de vijf kerken waar ze worden vertoond. In de juiste termen gaat het om ‘occasioneel gebruik’.
Nicolas geeft aan dat voor het Bisdom Antwerpen het bredere gebruik van kerken – anders dan het liturgische gebruik - niet mag gaan om een onwaardig gebruik. Wat een waardig of onwaardig gebruik dan wel precies betekent, is niet altijd even duidelijk. Zo is Adagiae niet per se bevorderend voor de liturgie, maar ook niet onwaardig. Voor een regelmatig - dus niet slechts occasioneel - gebruik van het kerkgebouw voor een ander dan liturgisch gebruik wordt de term ‘nevenbestemming‘ gebruikt. Een nevenbestemming in de tijd houdt in dat activiteiten doorgaan buiten de uren van de liturgie. Er mag daarbij geen overlap zijn tussen het liturgische gebruik en de nevenbestemming. Zo moet bijvoorbeeld het altaar te allen tijde worden gevrijwaard, zoals dat het geval is tijdens de opvoering van Adagiae. Het bisdom verkiest daarom een van de liturgische ruimte afgescheiden ruimte voor dit bredere gebruik, wat men een ‘nevenbestemming in de ruimte’ noemt. Zo is er geen overlap en kunnen de activiteiten elkaar niet hinderen.
Roel stelt het Platform Toekomst Parochiekerken voor, een samenwerking tussen VVSG en PARCUM met de steun van de Vlaamse Overheid, dat onder meer verder werkt op de eerdere onroerend erfgoedwerking van PARCUM en de trajecten van het Projectbureau Herbestemming Kerken. Het Platform Toekomst Parochiekerken focust zich op vragen die leven bij kerkbesturen en kreeg enkele opdrachten van de Vlaamse Overheid: onder meer het optreden als loket voor kerkbesturen en parochies, het monitoren van cijfers van kerkenbeleidsplannen, het voeren van een beleidsdialoog en het begeleiden van kerkbesturen in trajecten.
Dimitri onderzocht met RE-ST architecten gedurende meerdere jaren de haalbaarheid van neven- of herbestemming van diverse kerken in Vlaanderen. RE-ST maakte deel uit van het ontwerpteam Studio Open Kerken – een samenwerking met TRANS, Petillon Ceuppens, endeavour en Roel De Ridder –, een van de zes onwerpteams die voor het Projectbureau Herbestemming Kerken ruimtelijke haalbaarheidsonderzoeken verrichtten. Het boek ‘Herscheppen. Ontwerpend onderzoek voor het Projectbureau Herbestemming Kerken 2016-2021’ geeft een overzicht van alle onderzoekswerk.
In het kader van de trajectbegeleidingen Kerkplus door de Provincie Antwerpen werkte RE-ST onder meer samen met Endeavour. Endeavour is een sociaal ruimtelijk onderzoeksbureau in Antwerpen, dat vaak in opdracht werkt van lokale besturen. Als het gaat over kerkgebouwen, dan is een van hun rollen het begeleiden van participatietrajecten bij verschillende stakeholders. Endeavour is samen met RE-ST betrokken bij het onderzoek rond bestemmingsprofielen van kerken in opdracht van het Agentschap Onroerend Erfgoed. Het bestemmingsprofiel is een instrument om lokale besturen te helpen bij het opstellen van hun kerkenbeleidsplan. Het helpt lokale stakeholders om tijdens interactieve werksessies in gesprek te gaan over en inzicht te krijgen in hun kerkenpatrimonium.
De vraag aan ontwerpers en trajectbegeleiders komt meestal vanuit de kerkfabriek of de gemeente. Zo bestelt het lokale bestuur bij een mogelijke overname vaak een haalbaarheidsstudie.
Ruimtelijke strategieën voor her- en nevenbestemmen
Met het beeld van de diverse strategieën die in het boek Herscheppen zijn benoemd op de achtergrond, vertelt Dimtri over de strategieën die voor het onderzoek naar een mogelijke nevenbestemming voor de kerk van Noorderwijk, een deeldorp van Herentals, zijn toegepast. Ontwerpers kunnen mee nadenken over het toekomstig gebruik, onder meer door verschillende scenario’s te onderzoeken na een analyse van de ruimtelijke context en de noden in de omgeving op basis van gesprekken met de buurt. Welke functies zijn mogelijk in het gebouw? Bij voorkeur gaat men eerst op zoek naar gemeenschapsfuncties, zoals een school of een ontmoetingsruimte. Welke ruimtelijke ingrepen zijn daarvoor nodig? Dat kan bijvoorbeeld gaan om het maken van openingen naar het kerkplein toe om connectie te maken met het dorpsplein. Dit onderzoek gebeurt steeds in overleg met de kerkelijke stakeholders, erfgoedactoren, ruimtelijke ordening, enz.
Na een omstandig onderzoekt wordt een voorkeurscenario in samenspraak met de diverse stakeholders – o.m. mensen uit de buurt, kerkelijke stakeholders, het bisdom, erfgoeddiensten – gekozen. In Noorderwijk zien we het minimumscenario waarbij nevengebruik in de ruimte mogelijk is, dat bestaat uit het scheiden van het koor van het schip, het plaatsen van enkele open hekwerken, het voorzien van een kitchenette en bergruimte. Er wordt soms ook een droomscenario gemaakt, zonder rekening te houden met personen, budgetten of regelgeving.
Een voordeel bij het nevenbestemmen in de ruimte is dat de parochiekerk actief blijft als kerk met extra activiteiten, naast het lithurgische. Een voordeel daarvan is dat er bij nevenbestemming van niet-beschermde kerken geen plafond staat op het subisidiebedrag voor het onderhoud, bijvoorbeeld om het dak te restaureren.
Sleutels voor nevenbestemmingen in de ruimte
Gevraagd naar aandachtspunten voor nevenbestemmingen vanuit de diverse perspectieven van de panelleden, vertelt Nicolas dat voor het bisdom de waardigheid en duurzaamheid het belangrijkste zijn. Men zoekt naar langdurige partnerschappen die een meerwaarde voor de gemeenschap vormen. Zo is in de kerk van Hove reeds tientallen jaren een volkssterrenwacht gehuisvest, door een lichte scheidingswand aan te brengen tussen beide functies.
Dimitri wijst op de redenen waarom een kerkfabriek een nevenbestemming zou toelaten. Het kerkgebouw deels verhuren aan een andere partner kan financiële middelen genereren. Zo was de kerk van het Kiel in Antwerpen slechts voor 30% in gebruik met 70% leegstand. Via een erfpachtovereenkomst komt er waarschijnlijk een klimvereniging in, die de kosten van verwarming en onderhoud mee op zich kan nemen.
Bij nevenbestemming in de ruimte komen al eens gevoeligheden naar boven. Een kitchenette in de sacristie is niet altijd gewenst, biechtstoel of altaar mogen niet verplaatst worden. Er duiken dan heel wat ruimtelijke beperkingen op. Dit alles moet goed besproken worden en op papier worden vastgelegd. Soms ook is een kerk gewoonweg te klein om nog verkleind te worden.
Het team van RE-ST architecten bundelde de inzichten uit het onderzoek van 34 kerken werden in een klein boekje met 10 sleutelgeboden. Zo bleek bijvoorbeeld dat het herschikken van de kerkbanken vaak nog een taboe is.
Hanne gaat in op het laatste gebod ‘Ga heen en bespreek’. Het is daarbij van belang in een eerste fase – de fase van inventarisatie en analyse – voldoende tijd te nemen om mensen te spreken, in werksessies en in diepgaande interviews. Welke spanningen leven er, al dan niet onderhuids? Wat zijn de dynamieken die spelen?
Dit levert materiaal op dat samen te leggen is met de ruimtelijke analyse van gebouw en context en thematisch terug te koppelen is. Bijvoorbeeld visies rond ‘het waarderen’ worden samengebracht op canvas om dan het gesprek aan te gaan. Dat is niet altijd evident. Het is daarom van belang om dit zo objectief mogelijk te doen. Door te visualiseren geef je structuur aan het gesprek en wordt het gemakkelijker om er over te praten. Via topics als technische voorwaarden of de waarden van de kerk kan je pijnpunten benoemen en zien mensen stilaan kansen.
Aanbevelingen bij het zoeken naar een nieuwe toekomst voor kerken
Hanne wijst erop dat een goed proces een open geest en respect vraagt. Erfgoed ligt altijd nauw aan het hart. Soms ontstaan spannende momenten bij mensen die zich jaren hebben ingezet voor de kerk, zelfs in die mate dat ze het gevoel krijgen een doodsbrief te schrijven voor de kerk. Een lokaal kerkbestuur kan echter ook de kans grijpen om een vernieuwde rol van goede huisvader op te nemen.
De kerk is van oudsher ook een gemeenschapsruimte die vandaag vaak gesloten is. Een breder gebruik van de kerk biedt kansen om meer open te zijn.
Dimtiri verwoordt het zo: “Trajecten rond parochiekerken gaan niet alleen over stenen, maar vooral over mensen, over een gemeenschap. Je moet daarmee samenwerken en de gemeenschap meenemen in de transitie. Daarom zijn participatietrajecten zo belangrijk.”
Roel raadt aan om het niet te groot zien. In Vlaanderen lijkt het vaak te gaan om alles of niets. Kleine ingrepen in het gebouw, zoals het voorzien van een toilet of kitchenette, kunnen veel betekenen. Dit geeft al wat mogelijkheden voor gemeenschapsgebruik en maakt het financieel haalbaar. Voor kleine lokalen besturen zijn grote financiële projecten vaak niet haalbaar. Private investeerders kunnen helpen, maar ook het starten met een occasioneel gebruik dat gefaciliteerd wordt door het verzetten van de banken voor een dansvoorstelling als Adagiae.
De vraag in welke kerkgebouwen er nog gevierd kan worden, vertrekt vanuit een pastorale visie. Nicolas wijst in dit verband op de rol van de pastorale verantwoordelijken. Het nevengebruik in de ruimte sluit de kerkdeur niet voor de liturgie en laat het liturgische nog toe in een kleinere ruimte als daar nood aan is.” Hanne stelt dat de tijd soms nog niet rijp is om een bepaalde keuze te maken. Een betrokken gemeenschap gaat door een rouwproces en heeft tijd nodig om te beseffen dat het tijd is voor iets anders en om afscheid te nemen. Die rouwfasen erkennen ze bij Endeavour in de participatietrajecten. Het is van belang om snel te herkennen in welke fase de gemeenschap zit. Het zoeken naar een nieuwe toekomst heeft tijd nodig en dat is niet erg. De traagheid laat inzichten rijpen.