Kempenlab | Regeneratieve Dorpse Architectuur tweede werksessie

Op dinsdag 16 april 2024 vond de werksessie Mapping Dimensions II in het kader van het Kempenlab Regeneratieve Dorpse Architectuur plaats. We gingen op zoek naar een methodiek om dorpsmakers meer verbinding te laten maken met een plek, met als doel te komen tot een meer regeneratieve dorpse architectuur. We verzamelden in het gemeentehuis van Vorselaar en startten de namiddag met een introductie van AR-TUR over de bevindingen en het verloop van het Kempenlab Regeneratieve Dorpse Architectuur. Vervolgens gaf Marlies Vermeulen van het Institute of Cartopology een presentatie over cartopologie en nadien gingen we aan de slag met een veldwerkoefening.

Leestijd: 5 minuten
Foto's: Kelly Donckers Fotografie

Op 29 november 2023 organiseerde AR-TUR al een werksessie in Vorselaar, begeleid door Institute of Cartopology. De werksessie van vandaag ging hierop verder. Edith Wouters lichtte het begrip regeneratieve architectuur toe en het verschil in aanpak van reguliere dorpsmakers en de door AR-TUR geëngageerde dorpsdramaturgen. Ze kaartte aan dat dorpsdramaturgen vanuit een kikkersperspectief traag waarnemen, vaak letterlijk met hun voeten in de aarde staan en daardoor verbonden zijn met de plek. Reguliere dorpsmakers daarentegen lijken meestal info te verzamelen vanuit een vogelperspectief en op een veel snellere manier waardoor ze minder verbonden zijn met de plek. Daarnaast werd een vraag geciteerd uit ‘Het levende laten opvlammen’ van Baptiste Morizot: “Welke nieuwe cartografie moeten we uitwerken […] waarbij de zaak van de mens en die van wat we ‘natuur’ noemen niet meer tegenover elkaar komen te staan?”

Daarna nam Marlies het woord. Marlies is een cartopoloog, wat inhoudt dat ze antropologische methoden gebruikt in combinatie met cartografische documentatievaardigheden. De focus ligt eerder op het ‘in kaart brengen’ dan op kaarten in het algemeen. Ze benadrukt dat er ontzettend veel verschillende soorten kaarten bestaan. Een blad waarop vluchtig wat richtingaanwijzers neergeschreven staan, is evenzeer een kaart als de beroemde wereldkaart van Joan Blaeu. Marlies attendeert ons dat je op één kaart een enorme diversiteit kan waarnemen. Doordat ze, net als een antropologe, lange tijd op de plaats verblijft die ze in kaart wil brengen, slaagt ze erin ontzettend veel waar te nemen waaruit complexere kaarten ontstaan. Ook tijdens de veldwerkoefening later op de namiddag raadt Marlies ons aan om tijdens de waarneming op zoek te gaan naar deze complexiteit en zowel traag als verbonden met de plek te observeren. Marlies kaart aan dat we op dezelfde manier moeten observeren als wanneer we naar een Alpenlandschap kijken. Zelfs op het vlakke eiland Schiermonnikoog kan je dan een postkaart maken, getiteld ‘De Alpen van Schiermonnikoog. Iedere plek verdient het om in kaart gebracht te worden. Zouden we niet altijd dezelfde nieuwsgierigheid aan de dag moeten leggen?

Zelfgetekende kaarten die door bergbeklimmers op internet worden geplaatst, doen ons inzien dat zowel kaartenmakers als kaartenlezers een verantwoordelijkheid hebben. Begrijpt de lezer de moeilijkheidsgraad van een beklimming wel degelijk op dezelfde manier als de kaartenmaker?

Er is niet alleen de enorme complexiteit van het waarnemen zelf. Ook de manier hoe je iets in kaart brengt, kan enorm variëren. Marlies toont ons als voorbeeld het werk ‘Creatures of Tchernobyl’, van Cornelia Hesse-Honegger. Op het werk kunnen we zien dat de ogen van fruitvliegen onder een microscoop werden geplaatst. Deze zijn echter misvormd door de straling in Tsjernobyl. Ook dit kan gezien worden als een manier van in kaart brengen. We kunnen breder denken dan het klassieke beeld van een kaart dat vaak vastgeroest is in onze gedachten.

Tenslotte toont Marlies ons een woning in Roermond, woningcorporatie wonen Zuid, complex 307 waar ze zelf een periode gewoond heeft. Ze ondervond tijdens haar verblijf problemen die ze enkel kon waarnemen door hier lang ter plaatse te zijn en actief te observeren. Zo verwijderde ze bijvoorbeeld melkglas tegen haar buitenraam, waardoor de andere bewoners rechtsreeks in de badkamer konden kijken wanneer die deur open stond. Door je ten volle te engageren om te onderzoeken hoe het is om op een bepaalde plek te wonen, kan je als ontwerper een beter ontwerp maken. Het toont onder meer het belang van veldwerk aan.

Voor we het slechte weer zouden trotseren en op een mogelijk te bebouwen site aan de slag zouden gaan, lichtte Marlies de opdracht toe aan de hand van een door ons in te vullen template die onze ‘kaart’ zou worden. We wilden de nieuwe template testen als een veldwerkinstrument, gebaseerd op de methode die we in de vorige sessie beproefden. We kregen de opdracht naar buiten te gaan en tot in het detail één bepaald ‘object’ waar te nemen en in kaart te brengen met een onderscheid in tijd en ruimte. Ruimtelijk kregen we de keuze om een vierkante meter, het hele terrein of 500 meter rond ons ‘object’ te observeren, en dit binnen een bepaalde tijdsspanne: namelijk een uur, een maand of een jaar. De template deelde een cirkel op in 8 delen. Bedoeling was om binnen de cirkel het waar te nemen ‘object’ in de ruimte te tekenen en e veranderingen gedurende deze tijdspanne . Onderaan was een legende gesuggereerd waarin je kon benoemen hoe je alles in kaart bracht. Na enkele kleine onduidelijkheden was iedereen klaar om het weer te trotseren en de observatie aan te vatten.

Kaartenmakers zijn niet vies van een beetje regen en wind. De visparaplu’s die AR-TUR voorzag, boden gelukkig enige beschutting. Iedereen observeerde gedurende een uur individueel een zelf gekozen ‘object’ en noteerde in de cirkel de (on)veranderlijkheid van het object in kwestie gedurende de geselecteerde periode. De template bood handvaten om de veranderingen in tijd en ruimte nauwkeurig weer te geven. Opvallende vaststelling was dat iedereen een eigen manier van observeren en noteren heeft. Wanneer iedereen klaar was met deze observatie en het nodige in kaart had gebracht werd het tijd terug op te warmen in het gemeentehuis van Vorselaar en elkaars bevindingen te overlopen.

In duo bespraken we wat we interessant vonden aan deze oefening en wat we hieruit kunnen meenemen in onze persoonlijke en/of professionele praktijken. De oefening leerde alvast kritischer en alerter kijken naar een plek. Het in detail waarnemen van een specifiek object vertelt ons ontzettend veel over de ruimte in zijn totaliteit. Elk object heeft betekenis en oefent een zekere invloed uit op andere objecten. Zo heeft een lantaarnpaal een invloed op zowel het domein als op verschillende organismen. Het is belangrijk dat we ons bewust zijn van deze impact. Veel gaat over het ervaren van dingen die samenhangen in een systeem, terwijl het net moeilijk is om ervaring te registreren, zeker als het gaat over een grotere schaal. De impact van een lantaarnpaal in een groot gebied wordt vaak geminimaliseerd. Hoe kan je acties en interacties in kaart brengen? De template biedt alvast een leidraad, maar hoeft niet bindend te zijn. We benoemen het belang van tijd maken en tijd nemen om zorgvuldig te kunnen waarnemen op locatie. Het gaat over een attitude die we als dorpsmakers in het algemeen en ontwerpers in het bijzonder bij onszelf en onze opdrachtgevers zouden moeten kunnen afdwingen.