Verslag | Kempenlab Regeneratieve Dorpse Architectuur werksessie KempenKabinet

Op 30 april 2024 testten we in Vorselaar het KempenKabinet uit. Het KempenKabinet is een onderzoeksproject van studenten Design for Impact, LUCA School of Arts (Klaartje, Febe, Fien, Toon en Kaat) in opdracht van AR-TUR.

Foto's: Kelly Donckers Fotografie

Concept KempenKabinet

Het KempenKabinet is een verplaatsbare werkplek in de open ruimte waar een collectief vooronderzoek plaatsvindt. Elke expert/betrokkene (non en human) krijgt daarin een stem. De resultaten van dat onderzoek worden verzameld en getoond in het KempenKabinet. Het KempenKabinet kan op zich bestaan als een collectie van (voorbij en lopend) onderzoek, maar gaat dus bij voorkeur naar een specifieke locatie om daar ingezet te worden.

Het doel is dat de menselijke deelnemers aan het KempenKabinet hun gedrag veranderen, i.e. (meer) regeneratief gaan ontwerpen voor de specifieke plek waar ze met het KempenKabinet aan de slag gingen. De tools en storytelling van het KempenKabinet werken rond verzamelen, helen en agency geven en laten toe om de locatie anders te beleven en te verkennen (met zoveel mogelijk zintuigen). Zo komen deelnemers tot een andere verhouding met de plek en het niet-menselijke en voelen ze zich gesterkt om er echt (of nog meer) rekening mee te houden in hun verdere praktijk. Er wordt ingezet op samenwerking en cocreatie, waarbij ook de omgeving zelf sterk betrokken is.

Op 30 april kregen de studenten van Design for Impact de kans van AR-TUR om het resultaat van hun onderzoeksproject, het KempenKabinet, uit te testen tijdens een Kempenlab op een terrein in Vorselaar waarvoor RE-ST architecten zal ontwerpen. Er waren zeven testdeelnemers aanwezig, waaronder vier medewerkers van AR-TUR, één ontwerpster, één docent en één cartopologe. Het projectteam zette ’s ochtends al het KempenKabinet klaar voor het Kempenlab in de namiddag.

Rond 14u kwamen de eerste deelnemers aan en kregen die een warme thee of fris drankje aangeboden en een Geels hartje – een koekje vanuit Geel – om de deelnemers te verwelkomen en te laten kennismaken met een streekproduct.

Rond 15u startten ze het KempenKabinet met een introductie in de vorm van een verhaal, om sfeer te scheppen en de juiste mindset op te wekken bij de deelnemers. Nadien volgde een praktische uitleg over het verloop van de namiddag. De bedoeling was om de site (opnieuw) te gaan ontdekken en ervaren aan de hand van de tools uit het KempenKabinet. De resultaten zijn bedoeld om een nieuwe collectie van de locatie te vormen, als basis voor een gesprek door de deelnemers.

Om te weten te komen welke impact het KempenKabinet zou hebben op korte termijn lieten ze voor en na het Kempenlab een evaluatieformulier invullen door de deelnemers.

Tools

De verschillende tools in het KempenKabinet wijzen zichzelf als het ware verder uit. Materiaal, handleiding, en dergelijke zijn beschikbaar en duidelijk. Telkens een script voor een tool doorlopen is, levert dit iets op voor de collectie waar samen aan gewerkt wordt. Die zogenaamde socio-ecologische systeemcollectie (SESC) krijgt een plaats aan de zijkant van het KempenKabinet. Dit werk wordt uitgevoerd door de deelnemers, die de vrijheid hebben om te kiezen wat, wanneer, met wie ze iets doen. De motivatie hiervoor komt uit de kracht van het verhaal en de wens om toch ook een bijdrage te kunnen leveren (peer pressure).

In dit document vind je per tool de uitleg. Momenteel zitten er een 15-tal uitgewerkte tools in het Kabinet, maar er zijn nog andere ideeën die niet verder ontwikkeld werden.

Feedback na het Kempenlab

Na het uittesten van de tools was het normaal de bedoeling de Kollectieformats te overlopen en zo tot een socio-ecologische systeemcollectie te komen. Hier was niet de tijd voor, waardoor we onmiddellijk overgingen tot een meer overkoepelende reflectie. In ideale omstandigheden zouden we hier 30 tot 60 min voor kunnen gebruiken.

Algemene feedback

Een deelnemer deelt haar inzicht over haar langdurige vertrouwen in een eigen methode die ze door de jaren heen heeft geperfectioneerd. Het is een snelle en automatische reflex waar ze altijd op terugvalt. Maar nu, na de kennismaking met KempenKabinet, begint ze te ontdekken hoe ze op een andere manier, kleiner, naar haar werk als landschapsontwerper kan kijken. Voor haar voelt dit als een nieuwe benadering waar ze enthousiast van wordt.

Een andere participant brengt een belangrijk aspect naar voren: terwijl site-specifieke elementen essentieel zijn, is het ook waardevol om te streven naar universele principes. Dit kan leiden tot een 'rimpel-effect', waarbij ontwerpen niet alleen lokaal, maar ook op grotere schaal impact hebben. Ze daagt uit om te onderzoeken hoe dorpsmakers meer verbinding kunnen creëren met de plaats waar ze werken, en benadrukt de kracht van het ordenen als middel voor een gezamenlijk draagvlak.

Iemand anders benadrukt het belang van het verbinden van verschillende schalen, van het lokale niveau van de Kempen tot de specifieke plek waar ze zich bevinden. Dit vraagt om een regionale cartografie die de relatie tussen verschillende plaatsen blootlegt.

Er wordt ook gewezen op het belang van taal als brug tussen de omgeving en de deelnemers. Het ontwikkelen van deze taal vergt niet per se veel werk, maar eerder een verschuiving in denken. Ontwerpers hebben vaak geen tijd om deze nieuwe mindset te ontwikkelen, maar de uitdaging ligt in de vertaling ervan naar hun werk.

Er wordt een prikkelende vraag gesteld: wanneer is het moment om juist vanuit die nieuwe mindset te ontwerpen, in plaats vanuit de gebruikelijke methodiek? En hoe overtuig je anderen om deze benadering te omarmen?

Iemand brengt het gesprek terug naar de praktijk: is er iets bruikbaars uit deze inzichten te halen? En misschien is het mogelijk om direct na het analyseren van de omgeving met de tools uit het KempenKabinert de deelnemers aan te zetten tot ontwerpen, gekoppeld aan de reguliere inzichten die je uit de Ferrariskaart en consoorten haalt

Deze diverse feedback vormt samen met de resultaten van de tools een rijke bron van inspiratie en uitdagingen, die de architecten en ontwerpers uitnodigen om hun vak te benaderen met een nieuwe, meer verbonden en inclusieve mindset.

Verhaal

De situering en context van het project zijn goed, maar een formeel moment - zoals de aankondiging van een aanvraag tot omgevingsvergunning via een gele affiche te gebruiken -kan als extra motivatie dienen om dorpsmakers te betrekken bij de plek. Het verhaal biedt een zekere richting, maar creëert niet genoeg betrokkenheid om mensen te motiveren om bijvoorbeeld het wezen Kempen te redden. Het belang van het plaatsen van de site in het verhaal wordt benadrukt, met specifieke aandacht voor wat er precies op die locatie gaat gebeuren.

De tools lijken 'wetenschappelijk', wat sommige mensen kan aantrekken en interesseren, vooral afhankelijk van de doelgroep. Spelen met een fragiele, informele setting te midden van 'formele' mensen en daarin de vertaling te vinden kan het perspectief verbreden. "Hoe zouden de tools moeten worden aangepast in een meer formele setting?

Het belang van het gevoel van deelname aan een groter geheel – bijvoorbeeld een reeks van toepassingen van KempenKabinet - wordt ook aangehaald.. Deze verzameling feedback biedt waardevolle inzichten voor het versterken van betrokkenheid en effectiviteit in het project.

Tools

Via de tools wordt veel uitgetest. De essentie ligt in het overstijgen van de dominante benadering van een locatie. Hoewel de oefeningen duidelijk zijn, is het gemakkelijk om het 'waarom' te verliezen zodra je begint - waarom doe ik dit, waar ik eigenlijk aan mee? Meer Kempen-specifieke oefeningen of het ordenen van de resultaten kan juist de Kempen-specifieke aspecten naar voren kan brengen. Een voorstel is bijvoorbeeld om een geluid specifiek voor de plek te zoeken als onderdeel van de tool rond het spectogram.

De formats dwingen de deelnemers te focussen op een specifieke actiewaar ze anders veelal geen tijd voor zouden nemen.

Er wordt voorgesteld om de oefeningen aan te passen aan de specifieke plek en de doelgroep, waardoor ze ook geschikt kunnen zijn voor andere doelgroepen. De gemaakte inhoud is persoonlijk, waardoor het moeilijk kan zijn om nadien te 'beslissen' wat belangrijk is tussen de deelnemers.

Het belang van een vertaling naar de praktijk, zoals naar Google Maps of een bouwplan, als gezamenlijke eindoefening wordt aangehaald. Voor een gezamenlijk project zijn gespreksregels nodig zijn en het moet ergens dwingend zijn.

De verschillende types accuraatheden tussen bewoners, ambtenaren en architecten worden benoemd en hoe hun input van nut kan zijn, gezien hun verschillende betrokkenheid bij de site. Een vraag die nog niet beantwoord is, is de volgende. Van wie is de verzamelde kennis is en wie is er nu verantwoordelijk voor: de voor de projectsite aangestelde ontwerpers, de deelnemers zelf of het KempenKabinet?